Hoofdlijn strategische agenda HO: Houdbaar voor de toekomst

stratagendaHOIn ons beleidsteam van Inholland gaan we de strategische agenda HO bespreken. Een goed moment om voor mij om deze agenda wat nauwgezetter te lezen, en waarom dan niet de hoofdlijnen op deze blog.

Van Engelshoven gaf zelf aan in Scienceguide naar aanleiding van de net uitgekomen Strategische Agenda HO: “Ons hoger onderwijs presteert buitengewoon goed. Dankzij u. Opleidingen, onderzoekers en docenten zijn van wereldklasse. De openheid en toegankelijkheid van het Nederlandse systeem worden wereldwijd geprezen. En rapporten en ranglijsten vertellen ons jaar na jaar dat we onze euro’s opmerkelijk effectief uitgeven.”
Het gaat zo goed met het hoger onderwijs dat het piept en kraakt: bij studenten, die steeds meer druk ervaren; bij docenten en onderzoekers, die soms schapen met vijf poten zijn; en bij instellingen, die soms worstelen met de aantallen studenten. Dat is niet langer houdbaar. En het laatste wat we willen, is ten onder gaan aan ons eigen succes. Hoogwaardig onderwijs vraagt intensief onderhoud.”

Dit intensief onderhoud is vertaald in vijf ambities (blz 29-31) in de Strategische Agenda Hoger Onderwijs: Houdbaar voor de toekomst.

1. Meer samenwerking en minder concurrentie
Meer samenwerking zal leiden tot meer synergie en minder onnodige onderlinge competitie en verdringing. Dat zal de druk in het hoger onderwijs en onderzoek verlagen.
Een maatregel is o.a.: aandacht voor wisselstroom hbo-wo; dat studenten makkelijker kunnen navigeren tussen hbo en wo.

2. Toegankelijkheid en studentsucces
Om de brede toegankelijkheid te waarborgen, zijn extra inspanningen nodig. Daarbij gaat het om meer studenten op de voor hen juiste plek in het hoger onderwijs terecht te laten komen met nadrukkelijk aandacht voor hun persoonlijke omstandigheden. Studenten krijgen de kans om het maximale uit hun studie te halen en zich breed te ontwikkelen (studentsucces).
Maatregelen zijn o.a.: aandacht voor studentenwelzijn; flexibele leerpaden; en dat studenten sneller op de juiste studieplek terecht komen; afbouw numerus fixus.

3. Flexibiliteit en leven lang ontwikkelen (LLO)
Meer flexibiliteit en maatwerk in hoger onderwijskomen tegemoet aan een steeds meer diverse studentpopulatie. Zowel werkende volwassenen als (een deel van) de initiële studenten hebben behoefte aan meer regie op hun studie-pad. Digitaliseren van het onderwijs kan deze ontwikkeling bij uitstek ondersteunen.
Maatregelen zijn o.a.: flexibiliteit in de huidige experimenten verankeren in wet; expliciteren van LLO als maatschappelijke taak; ondersteuning en evaluatie voortgang Versnellingplan; verkenning (pilot) microcredentialing.

4. Verbinding met samenleving en arbeidsmarkt
Om goed te blijven aansluiten op de behoeften van de samenleving en arbeidsmarkt, is het nodig dat instellingen samen en met het werkveld werken aan continue vernieuwing van het onderwijs (aanbod). Bij een veranderlijke arbeidsmarkt past aandacht voor brede vaardigheden naast actuele vak- of domeinkennis.
Maatregelen zijn: onderwijsinstellingen en OCW gaan een partnerschap aan met als doel te verkennen welke vernieuwing er nodig is om in te spelen op de veranderende maatschappelijke behoefte aan kennis en vaardigheden; inzet op vernieuwing bestaande opleidingen en brede vaardigheden naast vakspecifieke kennis; het stimuleren van samenwerking via sectorplannen wordt krachtig voortgezet.

5. Regionaal verankerd, internationaal competitief
Meer samenwerking, ook binnen Europa, en bundeling van krachten, zijn nodig om bij te dragen aan de regionale samenleving en economie en om mee kunnen doen met de wereldtop van onderwijs en onderzoek. Hogescholen dienen in de gelegenheid te worden gesteld om het praktijkgerichte onderzoek te versterken.
Maatregelen zijn: uitbouw praktijkgericht onderzoek en Centers of expertise; deelname City deal ‘Kennis maken’; samenwerking in EU-verband (excellent onderzoek); verstevigen strategisch kennisbeleid.

OCW zal de voortgang op deze ambities monitoren. Voor de transparantie van de voortgang kan vanaf 2020 het (online) platform voor onderwijsinnovatie ondersteuning bieden aan de gesprekken over de voortgang van de ambities uit deze agenda. Op dit platform worden onder andere goede voorbeelden uitgewisseld, kunnen onderwijsvernieuwers elkaar vinden en is praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs te vinden.
Het platform zal een thematische indeling hebben, zoals: inclusie en diversiteit, onderwijs met ICT/technologie, of de beroepspraktijk en arbeidsmarkt.

Wat eerste opvallende (aandachts)punten:

  • Geen grote veranderingen in beleid worden aangekondigd (‘verbeteringen waar het kan, stabiliteit waar het moet’).
  • Veel nadruk verbeteren van samenwerking: tussen OCW en instellingen, tussen instellingen onderling (concurrentie), tussen onderwijs en onderzoek.
  • Aansluiting arbeidsmarkt en tekortsectoren, flexibilisering en leven lang ontwikkelen zijn belangrijke thema’s in de agenda.
  • Wat aandacht vraagt is de wisselstroom hbo-wo: dat studenten beter kunnen navigeren tussen hbo en wo. Dus dan hebben we het o.a. over het versterken van flexibele leerpaden.
  • Er is wel aandacht voor toegankelijkheid en aansluiting en minder aandacht voor doorstroom (in de hoofdfase). Wel aandacht voor, tijdens studie: studentwelzijn.
  • Wat fijn is dat de ambitie uit de vorige agenda met betrekking tot digitale (open) leermaterialen blijft staan (blz 68-69) namelijk: een significant aandeel van de digitale leermiddelen is open beschikbaar in 2025, blijft staan. Hiermee is hopelijk het delen én hergebruiken van leermaterialen gangbaar onder docenten.
  • Bijlage 1 (fig 15 en 16) presenteert interessante ontwikkelingen: aankomende krimp in het hbo; en ook krimp in de periferie (zoals Noord-Holland). De mate van groei en krimp verschilt nogal per provincie.

Bronnen

ccbysa

Over Ria Jacobi

Als ervaren onderwijskundig ontwerper, -adviseur en projectmanager houd ik mij bezig met het ontwikkelen en verbeteren van onderwijs. Mijn ambitie is goed doordacht onderwijs te realiseren, dat aansluit bij de behoefte van individuen en hun organisaties en daarmee een stimulerend effect heeft.
Dit bericht werd geplaatst in Rapporten en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie